2014 – Opleidingen
Of we nu doelbewust of min of meer toevallig op onze werkplek zijn terechtgekomen, voor de meesten van ons geldt dat de loopbaan is begonnen met interesse voor techniek. Onze overheid juicht die interesse van harte toe. Al in 1987 startte de Postbus 51-campagne ‘Kies exact’. Toch is er nog steeds een tekort aan technisch personeel: In 2012 pleitte Ronald Plasterk er namens de PvdA zelfs voor het collegegeld voor exacte studies af te schaffen. In Nederland is een groot aanbod aan technische opleidingen op mbo-, hbo- en wo-niveau. In deze kalender komt een deel van hen aan bod. We hebben studenten hiervan gevraagd hoe ze tegen hun opleiding en toekomstmogelijkheden aankijken. In deze kalender maakt u kennis met uw toekomstige collega’s. De foto's zijn gemaakt door Ton Hurks.
‘Ze weten niet hoe leuk elektro is!’
Luuk Hogenelst (links) en Wesley van Vliet zijn beiden na hun mbo-opleiding elektrotechniek doorgestroomd naar het hbo. Hogeschool Rotterdam kenden ze al, omdat ze er eerder al extra wiskundelessen hadden gevolgd. Wiskunde hebben ze nog steeds – ze zijn bezig met logaritmes. Het is goed te doen: in de opleiding lopen wiskunde en de andere lessen synchroon: ‘wat je leert kun je direct toepassen.’ Toch is het wel zwaar, maar ‘als je het eerste jaar doorkomt, red je het wel.’
Allebei hebben ze een vader met een technisch beroep. Misschien dat ze daarom zelf ook aan techniek dachten. Klasgenoten deden dat niet: ‘Als je niet weet wat je wilt, doe je maar bedrijfskunde.’ Niet zo slim: ‘Ze weten niet hoe leuk elektro is!’
Via hun stageadressen hadden ze al lang een baan kunnen hebben, maar ze wilden toch nog doorstuderen: ‘Ik wilde er gewoon meer van weten.’ Maar het werk was evengoed heel interessant. Luuk werkte aan elektrische ontstekingen voor old timers en Wesley werkte mee aan het automatiseren van machines voor gieterijen en voor de voedingsmiddelenindustrie. ‘Op school wordt je goed voorbereid, maar je leert het in de praktijk.’
Hogeschool Rotterdam – Elektrotechniek, 1e jaar
‘Met deze opleiding kun je echt alle kanten uit.’
Peter Jager kwam in eerste instantie naar de NHL Hogeschool in Leeuwarden voor de lerarenopleiding: hij wilde wiskundedocent worden. Na een jaar stapte hij over op werktuigbouwkunde. Hij gaat nu afstuderen in mechatronica.
Voor zijn stage in het derde jaar regelde hij zelf een plek bij Redstack in Leeuwarden. Redstack is de een spin-off van het instituut voor watertechnologie Wetsus. Het bedrijf richt zich op de ontwikkeling van reverse electro-dialysis-technologie, waarmee elektriciteit wordt opgewekt uit het potentiaalverschil tussen zoet en zout water en bouwt op dit moment aan een proefinstallatie op de Afsluitdijk. Tijdens de stage bouwde Peter een testopstelling om te controleren of de stack naar wens functioneert. Na de stage deed hij ook vakantiewerk bij Redstack, waarbij hij onder meer de aansluitschema’s voor de zoet-, zout- en brakwaterleidingen over de Afsluitdijk tekende.
Hij is nu op zoek naar een mooie afstudeerplek. Over wat hij daarna gaat doen, heeft hij nog geen idee: ‘Met deze opleiding kun je echt alle kanten uit.’
NHL Hogeschool – Werktuigbouwkunde, 4e jaar
‘Het is niet mijn bedoeling om een eeuwige student te worden.’
Over de keuze voor de TU/e, hoefde Rick Scharrenberg na het gymnasium niet lang na te denken. Dat het zwaar zou worden, wist hij wel. Maar ‘het eerste jaar is verreweg het moeilijkst’. Het is vooral de wiskunde, die is ‘echt veel zwaarder dan op de middelbare school’. Bovendien moest hij nog helemaal leren programmeren. Hij dacht altijd: ‘Programmeren is niet zo nuttig, het kost alleen maar tijd.’ Inmiddels weet hij beter en kan hij lezen en schrijven met Matlab.
Hoewel er nog één vervelend vakje voor zijn bachelor openstaat, is hij al begonnen aan zijn master Electrical Engineering. Over 2 jaar denkt hij klaar te zijn met zijn opleiding. Dan is het ook wel mooi geweest: ‘Het is niet mijn bedoeling om een eeuwige student te worden.’
Rick werkt stug door en probeert voor te blijven lopen met zijn studiepunten: ‘Je denkt niet in jaren maar in studiepunten.’ Toch heeft hij tijd voor roeivereniging Theta en zit hij in het bestuur van het roemruchte Draaistroomdispuut Waldur.
TU/e – Elektrotechniek, 4e jaar
‘Waar ik na school ga werken weet ik nog niet, maar er zijn voldoende mogelijkheden.’
Boudewijn Tiggelaar en Joost Witmer zitten in het vierde jaar elektrotechniek van de Hanzehogeschool Groningen. Ze doen de minor Flexible Energy Technology. Samen met uitwisselingstudenten Lucas Coelho (Brazilië) en Arne Therolf (Duitsland) werken ze aan een project voor de nieuwe kolencentrale in Eemshaven.
Lucas doet in Brazilië een vergelijkbare opleiding. Het niveau is gelijk, maar de aanpak is heel anders: ‘In Brazil it’s more classical: the teacher is in front of the class.’ Dat valt ook Arne (die natuurkunde studeert in Bremen) op: ‘It’s more like a school. You can talk to the teacher.’ Nederland bevalt ze goed, ook al kwamen ze min of meer bij toeval hier terecht.
In het Eemshavenproject voor Essent werken de studenten aan een model van de centrale voor Vision Network Analysis. Met dat model kan het elektrisch gedrag van een centrale in de berekeningen van Vision worden meegenomen.
Hanzehogeschool Groningen – Elektrotechniek 4e jaar
‘Als ík met elektriciteit bezig ben, sta ik zo onder stroom!’
Groep 8 in basisschool De Zeggewijzer in Terheijden is aan de slag met het lespakket Krachtmeting van Enexis. De kinderen kunnen door te blazen, te draaien, aan een touwtje te trekken of te duwen stroom opwekken. Heel nuttig, want sommigen weten nog maar weinig van elektriciteit. Thijs wel: die heeft voor het project Van vakwerk tot meesterwerk maar liefst 2 dynamo’s met lampen op zijn fiets gemonteerd. Ook Sam heeft wel iets met techniek: hij knutselde met elastiekjes en tandwieltjes van Lego en Meccano van alles aan elkaar. Nu niet meer: ‘Ik ben er nu te groot voor: ik ga nou liever sporten.’ Nina’s vader heeft eens een autootje met een zonnepaneel meegenomen, maar dat vond ze maar saai: ‘Hij rijdt alleen maar.’ Ze wil binnenhuisarchitect worden, alhoewel: ‘Dan verdien je niks…’
Jaimy heeft wel ervaring met elektriciteit. Bij het verbouwen van hun huis heeft ze electriciens aan het werk gezien ‘kabels verbinden en alles’. ‘Daardoor ben ik er meer van gaan snappen, maar als ik met elektriciteit bezig ben, sta ik binnen een paar minuten onder stroom.’ Dat gevoel kent ze van het schrikdraad in de wei rond hun ‘buitengewone varkens’.
Doortje wil in de verpleging: ‘Je kunt dan wel schokken geven, dan doe je ook iets met stroom.’ Thom heeft niet zoveel met het onderwerp maar omdat hij leraar wil worden bekeek hij het lespakket vanuit dat perspectief: ‘Sommige proefjes vind ik wel leuk.’
Basisschool De Zeggewijzer – groep 8
‘Je kiest toch wat je leuk vindt.’
Sylvana van de Scheur (links) en Eva Knol zijn eerstejaars student elektrotechniek aan de HAN in Arnhem. Ze zijn net aan hun tweede project begonnen: het ontwerpen aan een energieneutraal huis. Tot nu toe zijn ze heel blij met hun studiekeuze. Sylvana: ‘Ik wilde wel iets technisch; ik zat als kind altijd al in de schuur te knutselen – net als mijn vader. Na een studiekeuzetest heb ik open dag en meeloopdagen gedaan en het bevalt heel goed.’ Eva is juist geen knutselaar. ‘Ik heb hier een knipperlichtje gemaakt en dat was heel leuk, maar ik koos vooral voor deze opleiding omdat ik van wiskunde hou. Ik wilde ook wel iets meer uitdaging dan op de havo.’ Uitgedaagd worden ze wel: Het is hard werken en goed je huiswerk doen. Ze gaan elke dag naar school. ‘Je mág thuis werken, maar is dat handig?’ ‘Ja, misschien als je geniaal bent…’
Over wat ze na school gaan doen, denken ze nog niet zo veel na. Eva: ‘Ik ben in ieder geval niet zo dol op schrijven, ik wil liever wat puzzelen. Ik denk dat ik straks van alles een beetje wil doen.’
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen – Elektrotechniek, 1e jaar
‘TU en hbo is een heel mooie combinatie.’
Jerome Keet deed E-technologie aan de Hogeschool van Amsterdam. Tijdens die opleiding deed hij de Power Minor van HAN, HHS en TenneT in Arnhem en een afstudeerstage bij DNV KEMA. Toen hij zijn opleiding met hoge cijfers afsloot, had hij banen voor het uitkiezen: ‘je krijgt telefoontjes “we weten dat je afstudeert en wij hebben diverse vacatures…”’ Maar Jerome dacht: ‘misschien moet ik straks tot mijn 74e werken, ik blijf nog even lekker student.’ Hij ging naar Eindhoven, vond een prima kamer in een gezellig, hygiënisch studentenhuis aan de Tongelresestraat en begon aan de premaster.
Die premaster is ‘wiskunde, wiskunde en nog wat wiskunde.’ Heel veel wiskunde in een moordend tempo… gelukkig heeft Jerome dankzij de vrijstelling voor Energie Voorzieningen wat extra tijd. Het wordt flink aanpoten dus, maar is de moeite waard: ‘Mijn praktische kennis van het hbo wordt beter door de theorie van de TU, het is een heel mooie combinatie.’ ‘Het kost een extra jaar’, maar in zo’n gezellig studentenhuis is dat geen straf.
TU/e – Elektrotechniek, premaster
‘Ik leer meer voor de toekomst in een bedrijf.’
Mike Scharrenberg is derdejaars student elektrotechniek aan Windesheim in Zwolle. Hij doet de minor Electrical Energy Engineer. Hij zit in een projectgroep die probeert de peperdure lithium polymeer-accu van de solar boat te repareren. Die is in een eerder project (van studenten technische bedrijfskunde en werktuigbouwkunde) gesneuveld.
‘Ik wilde eigenlijk liever in Groningen studeren, dan kon ik op kamers. Maar dat vonden mijn ouders helaas niet zo’n goed idee.’ De keuze voor deze opleiding was niet moeilijk: ‘Ik heb altijd van techniek gehouden, veel aan brommers gesleuteld en geknutseld aan elektronica.’ Hij heeft het naar zijn zin: ‘Het is leuk, meten en dingetjes bouwen…’ In januari volgt de eerste kennismaking met de praktijk – stage bij Eleq. Mike verwacht veel van de stage. Hij denkt dat hij in het vierde jaar eerder nóg een stage wil doen dan een extra minor: ‘Ik leer meer voor de toekomst in een bedrijf.’
Later ziet Mike zich wel werken bij een bedrijf als Eleq. Of misschien wel bij een distributiebedrijf, maar ‘Ik wil niet bij mijn vader (bij RENDO) werken!’
Windesheim – Elektrotechniek, 3e jaar
‘Ik wil wel werken aan een nieuwe achtbaan.’
Jelle Tempelmans Plat (rechts) en Lennart Evers zitten in het laatste jaar elektrotechniek aan de HAN in Arnhem. Lennart had op de havo natuur en techniek gedaan. Een technische opleiding lag voor hem voor de hand en ‘elektro leek me gewoon het leukste’. Jelle heeft eerst een jaar Milieukunde bij Saxion gestudeerd, toen een tijd rondgezworven door Australië en daarna pas gekozen voor elektro. Beiden doen de minor Intelligent Power Control. Lennart: ‘Na mijn afstuderen wil ik graag iets met de aansturing van motoren doen. Het ontwikkelen van een nieuwe achtbaan lijkt me bijvoorbeeld wel wat…’ Hij gaat echter stage lopen bij O-Foil, waar gewerkt wordt aan het ontwikkelen van schepen met vinaandrijving. Dit lijkt hem ook heel interessant en zo’n baan ziet hij dan ook wel zitten. Sowieso maken ze zich op elektro niet erg bezorgd over het vinden van werk: Jelle heeft nog geen duidelijk idee – iets met duurzame energie in elk geval, misschien wel in het buitenland…
Verder studeren? Voor een volgende opleiding krijgen ze geen studiefinanciering meer. Lennart: ‘Ik zou misschien wel willen; ik moet nog genoeg werken. Misschien wel tot na mijn zeventigste.’
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen – Elektrotechniek, 4e jaar
‘Ik ben trotser op mijn bachelor dan op mijn master.’
Het had ook conservatorium kunnen worden, maar uiteindelijk koos Neel van Hoesel voor Elektrotechniek aan de TU/e. Na het afronden van zijn bachelor is hij begonnen aan de master Sustainable Energy Technology. ‘Ik wilde mijn kennis verbreden. Ik heb nu naast elektriciteit ook te maken met de andere vormen van energietechniek.’
Neel vond de bachelor zwaarder: ‘Ik heb er heel veel geleerd, en ben eigenlijk trotser op de bachelor dan op de master.’ Die master moet hij nog wel even halen. Daarvoor doet hij een stageproject bij Phase to Phase. Neel onderzoekt hoe de verschillende netwerkbedrijven uitbreidingen aan hun netwerk plannen. Doel van het project is om extra functionaliteit te ontwikkelen voor Vision Network Analysis, zodat het programma zelfstandig suggesties kan doen voor het uitbreiden van de capaciteit van netten. ‘Ik weet nog niet of dat wel kan, maar ook als het niet kan, moet dat worden aangetoond. Zo werkt wetenschap nu eenmaal.’
TU/e – Elektrotechniek, 5e jaar
‘Een deeltijder weet wat hij wil, een voltijder is meer zoekende.’
Na de havo werd Jarno van Ginkel militair. Hij diende in Afghanistan en verliet het leger voor ‘een baan in de techniek’. Hij volgde een mbo-opleiding aan de (toen nog) Corus bedrijfsschool. Zijn begeleider vroeg hem: ‘waarom doe je geen hbo?’ Voor de deeltijdopleiding elektrotechniek van Inholland ging hij vier jaar lang één dag per week naar Alkmaar. Het leren en werken was best zwaar: ‘Het is strak plannen naast je werk en sociale verplichtingen. Als je te veel achter raakt, kun je het bijna niet meer inhalen.’ Zijn klasgenoten hadden ook drukke banen en waren zeer gemotiveerd: ‘Een deeltijder weet wat hij wil bereiken met zijn opleiding, een voltijder is meer zoekende.’ Desondanks viel meer dan de helft van zijn klasgenoten tijdens de opleiding af. Jarno behaalde zijn diploma en studeerde af op harmonische netvervuiling.
Met een vaste collega is hij werkzaam bij het Energiebedrijf van Tata Steel en verantwoordelijk voor de exploitatie van het distributienet. Een leuke baan: half kantoor, half praktijk. ‘Tata Steel heeft intern veel verschillende installaties. Dat houdt het leuk, al maakt dit het soms wel complex.’ Voorlopig is hij klaar met studeren: ‘eerst maar meer kennis en ervaring opdoen binnen mijn vakgebied.’
Hogeschool Inholland – Deeltijd elektrotechniek, afgestudeerd
‘I want to become a technical guy.’
Mario Ndreko studeerde elektrotechniek aan de Nationale Technische Universiteit van Athene (NTUA). Sinds 2010 is hij lid van de Greek Technical Chamber. Hij deed zijn master Sustainable Energy Technology aan TU Delft en begon in november 2012 als promovendus bij de Intelligent Electrical Power Grids group.
Zijn onderzoek is onderdeel van het FLOW project (een onderzoeksprogramma van de Nederlandse industrie en kennisinstellingen). Hij bestudeert de gevolgen voor de stabiliteit van het net van de grootschalige invoering van offshore windparken. De nadruk van het onderzoek ligt met name op het formuleren van aanbevelingen voor kosteneffectieve aansluitnormen voor offshore windparken. Daarbij worden de mogelijkheden van AC, DC en multi-terminal DC offshore transmissie-technologie betrokken (bijvoorbeeld een multi-terminal koppeling van het britse aan het nederlandse net). Het onderzoek moet bijdragen aan verbeterde regelgeving die een stabiele en betrouwbare elektriciteitsvoorziening moet garanderen.
Wat hij na zijn promotie gaat doen – en in welk land – weet hij nog niet, maar: ‘I am more a technical guy than a manager.’
TU Delft – Elektrotechniek, promovendus
‘Elektriciteit? Ik vind er helemaal niks aan…’
Elektrotechniek is een prachtig vak, maar zoals veel studenten in deze kalender zeggen: ‘Mensen hebben geen idee hoe leuk elektro is!’ Robin (14) en Dionne (15) Kruithof zouden het kunnen weten, met een vader die al heel zijn leven voor Stedin werkt. Maar Robin en Dionne zijn niet besmet met het elektrovirus. Het uitstapje naar de waterkrachtcentrale bij de stuw van Maurik is leuk hoor, maar meer ook niet.
Robin wordt liever advocaat en Dionne denkt aan organisatiemanager. Ook nuttige beroepen, maar daar gaat het licht niet van branden…
Gelukkig zijn er elk jaar weer honderden jongeren die niet bang zijn voor een beetje wiskunde en die aan een opleiding elektrotechniek beginnen op mbo-, hbo- of universitair niveau. Opvallend vaak – maar niet altijd – hebben ze een ouder met een ‘technisch’ beroep. En bijna allemaal roepen ze hoe leuk elektrotechniek is.
Phase to Phase doet er alles aan om software te ontwikkelen waarmee ze ook na hun opleiding, als ze aan het werk zijn, elektrotechniek leuk blijven vinden. En waarmee alle anderen het gewoon vanzelfsprekend kunnen blijven vinden dat het licht het doet.